Koop economische eigendom van eigen woning in 2025
De aankoop van een zogeheten eigen woning is niet belast met 10,4% zoals ander vastgoed, maar met 2%. Als de verkrijger een natuurlijk persoon is van minstens 18 maar nog geen 35 jaar oud en de waarde van de woning maximaal € 510.000 bedraagt, geldt zelfs een vrijstelling van overdrachtsbelasting. De koper mag deze startersvrijstelling niet al een keer eerder hebben toegepast. Per 1 januari 2025 vindt een verruiming plaats van de toepassing van de startersvrijstelling en het verlaagde tarief voor de overdrachtsbelasting voor woningen. Ook in het geval van een verkrijging van de economische eigendom van eigen woningen kan de koper dan de startersvrijstelling of het verlaagde tarief toepassen mits hij voldoet aan de overige voorwaarden.
Een andere maatregel in de overdrachtsbelasting ziet op de zogeheten sleutelovereenkomst. Dat is een overeenkomst waarbij de verkoper en koper van een pand afspreken dat de sleutels al voor het ondertekenen van de akte van levering aan de koper ter beschikking worden gesteld. Sleutelovereenkomsten die normaliter leiden tot economische eigendom van een woning worden uitgesloten van overdrachtsbelasting (OVB). Hiervoor gelden de volgende eisen:
• De sleutelovereenkomst moet samenhangen met de verplichtingsovereenkomst voor levering van de woning.
• De juridische eigendom moet binnen zes maanden na de sleutelovereenkomst worden overgedragen.
• De startersvrijstelling of het 2%-tarief moet van toepassing zijn.
Zo is er geen sprake meer van een belastbare verkrijging voorafgaand aan de (juridische) verkrijging.
Let op! Is bij de verkrijging van de economische eigendom de startersvrijstelling benut, dan is deze niet opnieuw te benutten bij de latere verkrijging van de juridische eigendom.
Verkoop groene beleggingen pas in 2025
Groene beleggingen zijn tot een bedrag van € 71.2512 (bedrag 2024) vrijgesteld in box 3. U mag de vrijstelling eerst zo veel mogelijk toerekenen aan overige beleggingen, voordat u het restant moet toerekenen aan spaartegoeden. Dat is gunstig, want het forfaitair rendement voor spaartegoeden is immers veel lager dan het forfaitair rendement voor overige beleggingen.
Let op! Als u een fiscale partner heeft, bedraagt de vrijstelling voor u gezamenlijk € 142.502 (bedrag 2024).
Stel verkoop (hypotheekvrije) woning uit tot 2025
Bent u van plan om binnenkort uw schuldenvrije woning te verkopen zonder direct een nieuwe woning aan te kopen? Misschien is het beter daarmee te wachten tot in 2025. Bij een verkoop vóór 1 januari 2025 telt de ontvangen verkoopsom immers mee in de grondslag van de vermogensrendementsheffing van het jaar 2025 (peildatum 1 januari 2025). Als u de woning bijvoorbeeld op 5 januari 2025 verkoopt, valt de koopsom in 2025 niet in box 3.
Vraag snel om teruggaaf over 2019
Had u over 2019 nog recht op een teruggaaf inkomstenbelasting? Maar bent u vergeten deze teruggaaf aan te vragen? In dat geval hebt u tot 1 januari 2025 de tijd om de teruggaaf alsnog aan te vragen. De Belastingdienst betaalt u het belastingbedrag alleen terug als dit de teruggaafdrempel overschrijdt. In 2019 bedroeg deze € 15, in plaats van de € 18 die voor 2024 geldt.
Verzoek om voorlopige aanslag IB 2023
De inspecteur brengt rente in rekening op een aanslag inkomstenbelasting 2023 die hij oplegt na 1 juli 2024. Voor wat betreft de inkomstenbelasting was deze rente van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 6% per jaar. Sinds 1 januari 2024 is deze rente zelfs 7,5% per jaar. In vergelijking met de rente die de bank u vergoedt, is deze rente hoog. U kunt belastingrente beperken door zo snel mogelijk een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2023 aan te vragen. Verwacht u dat u voor 2023 nog moet bijbetalen? Dan is het zinvol zo snel mogelijk een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2023 te vragen aan de Belastingdienst.
Tip: Als u een belastingaanslag 2023 niet of te laat tijd betaalt, brengt de Belastingdienst ook nog invorderingsrente in rekening. Die rente komt bovenop de belastingrente. Vanaf 1 januari 2024 geldt een invorderingsrente van 4%.
Betaal uw ziektekosten vooruit
Denkt u nog bepaalde ziektekosten te maken waarvan u zelf kunt bepalen of u ze in 2024 of in 2025 betaalt? Besef dan dat u deze ziektekosten dit jaar tegen een hoger maximaal effectief tarief (36,97%) kunt aftrekken dan in 2025 (35,82%). De volgende ziektekosten zijn aftrekbaar:
• geneeskundige hulp (met uitzondering van ooglaseren ter vervanging van een bril of contactlenzen);
• vervoer van zieken en invaliden;
• medicijnen op doktersvoorschrift;
• andere hulpmiddelen die vanwege hun aard voor minstens 70% worden gebruikt door zieke of invalide personen. Brillen, contactlenzen, overige hulpmiddelen voor de ondersteuning van het gezichtsvermogen, scootmobielen, rolstoelen en aanpassingen aan, in of om de woning (dit begrip kunt u ruim opvatten) behoren niet tot de aftrekbare ziektekosten;
• extra gezinshulp (hiervoor geldt een forfaitaire drempel);
• medische dieetkosten (hiervoor gelden forfaitaire bedragen);
• extra kleding en beddengoed (hiervoor gelden forfaitaire bedragen); en
• reizen voor regelmatig ziekenbezoek (volgens tabel).
Deze uitgaven hoeven niet uitsluitend plaats te vinden ten behoeve van u(w partner). Hebben de uitgaven betrekking op uw kinderen van jonger dan 27 jaar, eventuele inwonende en zorgafhankelijke ouders, broers en/of zussen en/of ernstig gehandicapte personen van 27 jaar of ouder binnen uw huishouden? Ook dan kunnen deze uitgaven aftrekbaar zijn.
Let op! In beginsel kunt u uw ziektekosten pas aftrekken als zij een drempel overschrijden. Deze drempel hangt af van het verzamelinkomen van u en uw partner. Als uw verzamelinkomen bijvoorbeeld in 2024 een bedrag van € 50.034 op jaarbasis overtreft, dan is de drempel voor ziektekosten 5,75% x (verzamelinkomen -/- € 50.034) + € 8.259. Heeft u een fiscale partner? Voeg dan de uitgaven voor specifieke zorgkosten en het gezamenlijk verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek van u beiden samen.
Bewaar bewijs van immobiliteit
Per 1 januari 2025 zijn vervoerskosten voor het verkrijgen van medische hulp en hulpmiddelen aftrekbaar als ziektekosten. Daarbij bedraagt de aftrek € 0,23 per kilometer als men met de auto (geen taxi) reist. Voor ander vervoer, zoals taxi of het OV, zijn de werkelijke kosten aftrekbaar. Voor bovenmatige vervoerskosten wegens ziekte of invaliditeit geldt een aftrek van € 925 per jaar. Maar dan moet u wel overtuigend kunnen aantonen dat u niet in staat bent meer dan 100 meter zelfstandig te kunnen lopen, conform de gehandicaptenparkeerkaart en de OV-Begeleiderskaart.
Let op! Deze aftrek moet u toevoegen aan de andere ziektekosten. Pas als en voor zover het totaal boven de drempel uitkomt, heeft u recht op aftrek.
Voeg giften zo veel mogelijk samen
Giften aan goede doelen kunnen aftrekbaar zijn van de belasting. Het goede doel moet dan een zogeheten algemeen nut beogende instelling (ANBI) zijn. Gewone giften zijn echter niet volledig aftrekbaar. Er is een bedrag dat niet aftrekbaar is, een drempel. In 2024 is deze drempel € 60 of, als dat meer is, 1% van het gezamenlijke (drempel)inkomen. Als u alle giften in één jaar betaalt, heeft u slechts één keer te maken met een niet-aftrekbaar bedrag. Het kan daarom verstandig zijn om giften zoveel mogelijk in één jaar te betalen.
Tip: Gewone giften hebben naast een drempelbedrag ook te maken met een maximaal aftrekbaar bedrag. Maximaal is als gift 10% van het gezamenlijke drempelinkomen aftrekbaar. Denk hieraan als u giften zoveel mogelijk in één jaar wilt betalen.
Let op! In het geval dat de totale waarde van de giften in natura in een jaar de € 10.000 overschrijdt, moet de schenker een onafhankelijk taxateur de waarde in het economische verkeer van de giften laten vaststellen. Zo onderbouwt de schenker de waarde die hij opgeeft in zijn aangifte inkomstenbelasting.
Aandachtspunten
Als u over 2024 arbeidsinkomen geniet, heeft u recht op een onderdeel van de heffingskorting: de arbeidskorting. De arbeidskorting bedraagt 8,425% over de eerste € 11.490 aan arbeidsinkomen. Voor zover uw arbeidsinkomen meer bedraagt dan € 11.490 maar niet meer dan € 24.820, bedraagt uw arbeidskorting 31,433% van dat deel van uw arbeidsinkomen. Over het meerdere bedraagt de arbeidskorting 2,471%. Uw arbeidskorting over 2024 bedraagt maximaal € 5.532.
• U moet de maximale arbeidskorting van € 5.532 verminderen met 6,51% van uw arbeidsinkomen voor zover uw arbeidsinkomen meer bedraagt dan € 39.957.
• De hiervoor genoemde bedragen gelden voor personen die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.
• In 2025 bedraagt de arbeidskorting naar verwachting maximaal € 5.599.